Toen ik behandeld werd, kon ik bijzonder weinig verdragen. Ik had geen sociaal contact meer, praten was vermoeiend, ik wilde alleen zijn en mijn probleem alleen aanpakken. Het enige wat me toen rechthield was het feit dat ik er nog steeds was en dat mijn wil volgens mij sterk genoeg was om de kanker te breken (ik geloof daar nog steeds in). In die periode kon ik het niet aan om foto’s te bekijken, laat staan er te laten nemen. Er zijn bij mijn weten dan ook geen foto’s van dat chemojaar, geen kapstok om die herinnering vast te leggen. Het enige wat me doet herinneren aan die periode zijn de littekens (uiteraard) en muziek. Muziek heeft altijd al een centrale rol gespeeld in mijn leven en is in mijn geval ook een geheel van kapstokken. Als ik terugkijk, is dat dan ook met muziek. Gek genoeg associeer ik mijn Lego-periode met Killer van Adamski, Tears for Fears (Shout) met mijn kleuterperiode waarin ik zo goed als een volledige nier ben verloren (de peuter- en kleuterjaren tot aan die operatie). Bij het horen van Shout zie ik mezelf als kleuter in Gasthuisberg liggen. Zeer vreemd, maar dat is het beeld dat blijft hangen. Like A Prayer met het veranderen van school, alle muziek van begin jaren 90 met mijn puberteit, Nirvana met een ‘zwarte’ periode, drum ’n bass met mijn studentenjaren, Depeche Mode met mijn chemoperiode, enz. Ik denk dat ik zo wel een bijzonder lange lijst met ankerpunten kan opsommen en ik weet dat dat bij heel wat mensen ook zo is. Muziek en wilskracht hebben me er destijds doorgesleurd. Die periode heeft me ook geleerd om echt te luisteren naar de lyrics, waarom een nummer op een specifieke manier is opgebouwd, waarom die specifieke toonhoogte werd gebruikt. Ik stond in 2002 – 2003 op met de sound van Gahan en co en ging ermee slapen. Aanvankelijk had hun effect vooral huilbuien, tristesse, maar naarmate de wil het na vier maanden overnam en ik zag dat mijn gevecht effect begon te krijgen, begon ik de lyrics luid mee te zingen. Dat zingen, gecombineerd met het vechten, zorgde er ook voor dat ik me terug durfde open te stellen voor de buitenwereld, ik begon stilaan terug te leven, ondanks het feit dat ik eigenlijk nog maar in de helft van de strijd zat. Het klinkt tegenstrijdig, maar zo heb ik dat althans ervaren. Ik heb een kleine terugslag gekend toen ik wellicht te stoutmoedig werd en met mijn zeer verzwakte immuniteit haast op het einde van de chemoperiode een zware longontsteking opliep. Het was maart 2003, had gigantisch hoge koorts, werd meteen opgenomen in Gasthuisberg. Mijn leven hing toen letterlijk even aan een zijden draadje. Alweer een kapstok, geassocieerd met ‘Shake the Disease’. Zonder muziek om me te vergezellen had het wellicht veel zwaarder geweest. Ik geloof er bovendien in dat de wilskracht om te bouwen aan een toekomst me er zeker ook heeft bovenop geholpen, zowel fysiek als mentaal. Diezelfde wilskracht heeft me trouwens ook geholpen met het nemen van belangrijke beslissingen nadien. Muziek en wilskracht dus. Ik ben ervan overtuigd dat dit niet alleen bij mij een dergelijk effect heeft. Als je door een moeilijke periode gaat, kunnen beide je helpen, als je ze binnenlaat natuurlijk.
0 Reacties
|