Ik zou doctoreren, dat was mijn doel. Ik had mijn levensweg in 2e lic. al helemaal uitgestippeld: onderzoek doen in het domein van machinevertaling, promoveren en lesgeven. In de tussentijd nog even stevig genieten van het studentenleven en volop losgehen op feesten en Spaanse cantussen. Ik racete als een sneltrein door mijn leven en miste onderweg duidelijk heel wat zaken (besef ik nu).
Het laatste halfjaar van mijn studies had ik echter ook te kampen met een aantal demonen die me maar bleven achtervolgen. Ik kuchte onophoudelijk, zweette 's nachts als een rund en had gezwollen klieren. "Je hooikoorts die weer opsteekt", zei mijn dokter steeds. In de lente had ik dat nog aannemelijk gevonden, maar in de winter? Geloof me, ik heb zowat alle farmabedrijven uitgeprobeerd, maar niets hielp. De kuch werd erger en begon niet alleen mij, maar ook mijn omgeving behoorlijk te irriteren. Omdat de frustratie de bovenhand nam, nam ik het heft in eigen handen en besloot om me te laten onderzoeken in Gasthuisberg (Leuven). Ik wou weten waar ik nu zo allergisch aan was en waar die verdomde kuch vandaan kwam. Zo gezegd zo gedaan, op verschillende visites liet ik volgende zaken uitvoeren: krabbetjes laten zetten (mijn rug volkrassen), longinhoud en -functie testen, longfoto laten nemen. De week daarop zou ik een afspraak hebben met de prof die ze allemaal even zou bespreken. Echter zijn we toen nooit verder geraakt dan de foto. "We hebben een eigenaardigheid vastgesteld die we verder moeten onderzoeken mijnheer Briers", de prof toonde me enkele vlekken in mijn longen. Het waren er wel wat. Ik dacht toen nog niet aan kanker, mijn ouders wel, die wisten al meteen hoe laat het was. "Volgende week verwachten we u bij een prof die de foto grondiger zal analyseren en eventuele verdere stappen met u zal bespreken." "Verdere stappen", tja, wat moet je daarmee he? Toch even langs de huisarts, maar die hield de lippen stijf. Het was te vroeg om conclusies te trekken. Een week wachten dan maar. Man, wat duurt een week dan ontzettend lang. Ik leefde even in het ijle, ergens tussen feit en fictie, tussen droom en realiteit ... een realiteit die nog niet bevestigd was. Ik zette de zorgen even van me af door opnieuw uit te gaan. Een avondje stappen zou me deugd doen. Maar dat was niet echt het geval, zo zou blijken. Eén pint had ik gedronken, één ... en ze wou er meteen terug uit. Ik voelde me niet ziek ofzo, maar moest om onverklaarbare reden dus toch braken. Huiswaarts dus. Het zou allemaal duidelijk worden toen ik eindelijk op consultatie kon. Als de praktijk van de prof zich op de afdeling 'Oncologie' bevindt, weet je natuurlijk genoeg. Hij gaf een vermoeden van kanker aan, maar om daarvan zeker te zijn, waren er nog wel wat onderzoeken nodig: PET en CT. De klap nadien was hard: ik had effectief kanker. Die bubbel die ik voor mezelf had gecreëerd, het pad dat ik aan het effenen was, werd plots doorprikt. Plots vielen de puzzelstukjes in mekaar, werden het zweten, de kuch, de pijnen, de vermoeidheid symptomen van Hodgkin, aka lymfeklierkanker. Nu dat duidelijk was, moest de ernst van de ziekte bepaald worden. Fase 1: hoofd/nek, fase 2: alles boven romp, fase 3: hele lichaam, fase 4: ook in het bloed. Ik moest binnen voor een botpunctie en biopsie, waarbij een klier uit mijn hals zou worden verwijderd (waaruit zou blijken dat ik in fase 3b zat en dus dringend moest worden behandeld). Het was een ware rollercoaster op dat ogenblik en had eigenlijk niet veel tijd om het allemaal te verwerken. Het werd pas echt duidelijk toen tijdens de biopsie beslist werd om meteen ook een catheter in mijn hoofdslagader aan te brengen (boven linkerborst). Die avond (I kid you not) kreeg ik mijn eerste chemokuur toegediend (nadat ik ook mijn zaadcellen had afgestaan om voor minstens 10 jaar te bewaren) . De rest? Haaruitval (maar echt alles, wimpers, wenkbrauwen, ik herkende mezelf niet meer), braken, vermageren, verwardheid... Ik verloor vrienden, mijn sociale contact was zeer beperkt (mocht niet echt het huis uit omwille van een verzwakt immuunsysteem), mijn f***ing leven was compleet verknoeid op dat moment. Maar ik moest vechten en deed dat ook. Overleven. De reden waarom mijn levensvisie is wat ze is, heeft uiteraard met de kanker te maken, maar toch vooral met één bepaalde gebeurtenis. Het was ergens in maart en werd rillend in mijn bed wakker. Het was meer dan dat, het leek alsof mijn ziel zich uit mijn lichaam schudde. Ik had een longontsteking. Omdat ik behandeld werd en mijn immuunsysteem verzwakt was, hing mijn leven die dag aan een zijden draadje. Ik had zeer hoge koorts en werd door mijn ouders onmiddellijk naar spoed gebracht. Toen ik daar lag, dacht ik echt dat het op dat ogenblik afgelopen was. Hoe het in spoed allemaal nog verlopen is, weet ik niet meer. Ik weet alleen dat toen ik wakker werd, ik zicht had op wat bomen. De lente was net ingezet. Ik merkte een vogel op en kon mijn ogen er niet van afwenden. Zo mooi. Voor jou als lezer misschien een doodgewone mus, maar voor mij betekende het dier hoop, leven, vrijheid. Ik luisterde naar de vrolijke tonen en genoot van de eerste warme zonnestralen. DAT WAS DE DAG WAAROP MIJN LEVEN WERD GERESET. Dat moment betekende de start van een nieuw pad. De dingen die ik onderweg heb geleerd, over hoe ik in het leven sta sinds die ene dag, wil ik met jou delen.
0 Reacties
|